Gratis inheems plantgoed

Met ’t Groenselveld en ’t Blommeveld hebben we al heel wat vaste planten aangeplant.
Meer dan 400m haag, 75m houtkant, een lindeboom, 30 knotbomen, 27 hoogstam fruitbomen en 22 halfstam fruitbomen gingen de voorbije jaren reeds de grond in.
Op 3 jaar tijd groeide de houtkant van 50cm naar 3m hoogte! Ook de haag kreeg al goed vorm en vormt een mooie afscheiding.
Er werd gekozen voor rassen die bloeien en bessen geven. Een grote meerwaarde voor insecten, kleine vogels en ook voor onszelf!

Omdat we niet enkel meer diversiteit willen op ons veld, en omdat diversiteit op grotere schaal enkel voordelen heeft, gaven we inheems plantgoed weg aan mensen uit de nabije omgeving!

We verdeelden 30 pakketjes van 3 stuks.
De hoogte van het plantgoed is momenteel +- 40cm maar zij kunnen uitgroeien tot struiken van enkele meters hoog. Ze verdragen ook snoei dus ook in kleinere tuinen kunnen ze hun nut bewijzen.

De pakketjes bestonden uit veldesdoorn, wilde kardinaalsmuts, beuk, haagbeuk, wilde lijsterbes, rode kornoelje en hazelaar.

Insectenhotel

In Vlaanderen komen er meer dan 400 bijensoorten voor. Daarbij horen honingbijen, hommels en solitaire bijen. De solitaire (wilde bijen) gaan de laatste jaren sterk achteruit.
De belangrijkste redenen zijn gebrek aan nectar- en stuifmeelbronnen, pesticiden gebruik, klimaatverandering en ziektes.

Zonder deze nuttige insecten zou er niet veel te eten vallen. Bij bijna alle groentesoorten, fruitsoorten,… is er bestuiving nodig. We moeten dus zorg dragen voor ons gevleugelde vrienden en dat doen we hier op het veld!

De bijen kan je het beste helpen door meer bloemen te voorzien, geen pesticiden te gebruiken, nestgelegenheid te voorzien,…

’t Groenselveld en ’t Blommeveld voorziet in bloemen (onze snijbloemen, bloeiende groenbemesters, courgettes, pompoenen, bonen, fruitbomen,…) en uiteraard gebruiken we geen pesticiden en andere schadelijke producten.

Vandaag plaatsten we een insectenhotel. Benieuwd naar wat zich hier allemaal zal nestelen!

Torenvalken

Vorig jaar werd een een nestkast voor torenvalken op het veld geplaatst. De dag nadien kwam er al eentje een kijkje nemen.

In de lente was het zover, een koppel torenvalken bewoonde de kast, legde eieren, en er kwamen 4 baby torenvalkjes ter wereld. Vader en moeder vlogen af en aan met hun prooi (muizen).
Eind juni vlogen ze voor het eerst uit. Een leuk moment!

Ondertussen zijn de jongen vertrokken naar hun eigen stek, de ouders zijn nog steeds aanwezig op het veld.

Volgend jaar een nieuwe kroost?

Herfst

Het is terug herfst. We blikken terug op een zomer met veel regen en weinig zon.
Voor het eerst sinds de start van ’t Groenselveld, waren we niet wekelijks bezig ben het sleuren van waterdarmen,… Het regende voldoende waardoor dat niet nodig was.

Elk nadeel heeft een voordeel, maar dat geldt ook omgekeerd. Veel regen betekent veel onkruid.
En veel onkruid betekent dan weer veel schoffelen, wieden.

Sommige boeren hun velden liepen onder water, maar dat was hier gelukkig niet het geval. We konden (en kunnen) genieten van een mooie oogst.

Ondertussen werd er gestart met de bouw van een nieuwe (3de) serre. Dit is nodig omdat we volgend jaar uitbreiden.

Dit jaar ging ’t Blommeveld van start. Ondanks het mindere weer, bloeiden de bloemen volop en konden de mensen genieten van kleur in huis.

Lente

De lente neemt een trage start. De temperaturen zijn koud voor de tijd van het jaar en de natuur komt traag op gang. Sommige plantjes zijn reeds geplant maar wachten op wat warmer weer om er volop voor te gaan. Anderen trekken zich er niet al te veel van aan en groeien volop.

Vele plantjes werden de voorbije weken/maanden uitgeplant.
Ui, sjalot, zomerprei, knolselder, peterselie, selder, tomaat, sla, spinazie, look, koriander, kervel,… zijn er enkele van.
Wat we vorig jaar amper kregen (regen), valt nu zomaar uit de lucht. Gelukkig maar want het was meer dan nodig.

Wintertaferelen

Nu het echt koud is, staan de vogels in de rij voor wat extra voedsel.
Op het veld en in de boomgaard kunnen ze zadenmengsels, vetbollen, pindanoten en meelwormen vinden. Op de foto gaat er al eentje aan de haal met een zonnebloempit, om die ergens in de struiken te pellen en op te eten. Soms schuilen ze al eens in de vele houtbetonnen nestkasten waaruit ze kunnen kiezen.

Over enkele maanden komt er weer getjilp uit deze kasten. De ouders vliegen dan ook heen en weer om de jongen te voederen met rupsjes en insecten.

Het veld is in winterslaap

Eind december, op het veld staan nu enkel nog de echte wintergroenten. Prei, savooi, spruiten, boerenkool, rode bieten, aardpeer, spinazie en veldsla zijn een onderdeel van het winteraanbod.

In de stal worden de knolselders, witte en rode kool bewaard, zij kunnen iets minder tegen de kou (die momenteel uitblijft).

In de serre groeien er dan weer kervel, koriander en enkele slasoorten.

De rest van het veld ligt er groen bij. De voorbije maanden werd er op de vrije percelen een groenbemester ingezaaid.

Er werd gekozen voor facelia, afrikaantjes, Japanse haver, rogge, wikke en grasklaver. Op die manier verzorgen we de bodem en krijgen we sterkere en gezondere gewassen.
Sommigen onder hen zijn ondertussen kapotgevroren en bedekken de bodem tegen de regen, anderen blijven gedurende de hele winter groen.

Bzz bzz bzz

Sinds vorige week heeft ’t Groenselveld nieuwe bewoners: Niet 1 maar wel een 8000-tal.

De honingbijen vliegen in en uit de kast op zoek naar stuifmeel, nectar en water. Ze bereiden zich nu voor op de winter want dan is er geen eten meer in de natuur te vinden én is het bovendien ook te koud. Bijgevolg moeten de honingbijen nu volop eten verzamelen om de winter door te komen. Daarom vliegen ze nu extra uit. Ze komen meestal terug met dikke gele stuifbollen aan hun achterpoten.

Dit bijenvolkje is nog een klein jong volk en heeft zich pas op 21 juli ontwikkeld.

Waarom staan de bijen op ons veld?

Bijen hebben een voedselrijke omgeving nodig. Rondom het veld liggen heel wat kleine bosjes met bomen die veel voeding bevatten: lindes, wilgen, esdoorns, fruitbomen, tamme kastanjes, hazelaars,… Maar vooral op het veld is er veel aanbod: de groenten zelf bloeien, maar vooral de vele bloemenstroken die worden gezaaid: stinkers, facelia, goudsbloem, zonnebloemen, klaver, paardenbloemen,… zijn een lekkere maaltijd. Daarnaast werd er een beloftevolle houtkant geplant met spork, meidoorn, gele kornoelje,… De biologische methode die gehanteerd wordt stelt de bijen veilig: ze hebben immers geen last van pesticides, want die worden op ’t Groenselveld niet gebruikt. Ze zijn dus op een goede plek beland.

Dit bijenvolk is niet alleen jong, maar ook een speciale soort: het zijn honingbijen die terug naar de oerbij gaan. In mensentaal: het zijn kleine bijtjes zoals ze hier vroeger in deze streek ook in het wild leefden.

Werken met kleinere bijen past ook in de filosofie van hoe we met de bijen willen omgaan: terug naar haar natuurlijke levenswijze. We zetten de bijen voorop, de honing komt pas in de tweede plaats.

De zomer komt stilaan op gang

De zomer komt stilaan op gang.

Momenteel oogsten we onder andere rode bieten, slasoorten, aardbeien, aalbessen, peterselie, koriander, sluimererwten, lente-ui, rabarber, koolrabi en rucola.

Wat is er ondertussen allemaal aan het groeien op het veld:
look, sjalot, rode ui, gele ui, zomerprei, pijpajuin, (winterprei vanaf komende week), sluimererwten, doperwten, tuinbonen, bonen (5 soorten), knolselder, wortel, schorseneer, pastinaak, selder, peterselie, koriander, slasoorten, vroege aardappelen, rode-gele-gestreepte bieten, gele-groene-ronde courgettes, oranje-witte patison, paprika’s, pepers, aubergines (3 soorten), tomaten, komkommers, meloenen, sponscourgette (nieuwe poging), spaghettiboon, pompoenen (7 soorten), suikermais, bloemkool, broccoli, koolrabi, rucola, radijs, spitskool, savooikool, rode kool, witte kool, spruiten, boerenkool, palmkool, bloemen, aardpeer, yacon, zoete aardappel, rabarber.

Witloof

Tijdens de wintermaanden is het op het veld rustiger. Voor vele gewassen is het nu te koud. Je kan ze dus niet op het veld vinden.

Spruiten, boerenkool, prei,… hebben van de koude minder last.

De witloofwortels die tijdens de zomer buiten op het veld staan, staan nu allemaal naast elkaar in de ‘forceerbak’. Hier staan ze in een laag aarde met een verwarmingskabel die de wortels verwarmt tot een temperatuur van 16°c. Na een maand is het witloof te oogsten.